Column Marcel Schoemaker: Dick voormekaar
Je kunt natuurlijk een Ozempic nemen. Het diabetesmedicijn waar via producent Novo Nordisk de hele Deense economie een oppepper van heeft gekregen. Niet omdat er ineens meer diabetici zijn. Maar het blijkt ook te helpen om snel afvallen. Handig natuurlijk wanneer je niet uit je luie stoel te branden bent. Maar we weten allemaal dat bewegen en nog eens bewegen toch echt het beste is. Tegenover de nieuwe hausse van Ozempic-gebruikers staat gelukkig een evengrote groep van bewegers, van wielrenners, van hardlopers, van fitness freaks. En die zijn ook nadrukkelijk aanwezig.
Kijk, een Ozempic-slikker in zijn luie stoel achter de teevee, doet geen vlieg kwaad. Dat is wel even anders met de grote kudde bewegers die regelmatig ons verkeerspad kruisen. Iedereen heeft op een zondagmiddag wel eens een noodsprong in het bos moeten maken voor een aanstormende roedel mamils. De middelbare, luidpratende, in lycra verpakte mannen op hun peperdure racefietsen die voor niemand aan de kant gaan. En ook de duurlopers met hun afgetrainde lichamen zijn te serieus bezig om jou te zien staan. Maar ze bewegen en dat is prima. Zelfs het Koninklijk Huis geeft soms het goede voorbeeld. Hoewel Alexander dat tegenwoordig beperkt tot een jachtpartijtje op het Loo heeft hij in het verleden toch ook een Elfstedentocht uitgereden. Maar de nieuwe trend heet nu toch echt marathon.
De successen van ‘onze eigen’ Siffan Hassan en Abdi Nageeye hebben daar vast aan bijgedragen. Alle marathons in Nederland hebben altijd een maximum aantal lopers. Van professionals en BN-ers tot kroegweddeschappen. En zelfs politici kunnen het goede voorbeeld geven. Van Mark de Vierde op de fiets met zijn eeuwige appel tot, jazeker, het hoofd van het kabinet Schoofschotel. Die liep afgelopen weekend de halve marathon van Amsterdam. Je kunt van hem vinden wat je wil, maar als nationaal beweegvoorbeeld is ie toch Dick voormekaar.