Column Alexander IJsendorn: VOETEN NAAR VOREN
In de loop van de tijd is het gevoel over de dood steeds veranderd. Vroeger was onze beleving over de dood veelal gebaseerd op geloof, bijgeloof en angst.
In de middeleeuwen geloofde men bijvoorbeeld dat bij overlijden de ziel of de geest direct uit het lichaam verdween en nog dagen rondzwierf rondom het overleden lichaam van een dierbare. In sommige delen van Nederland waren daarom boerderijen aangepast. In het dak zaten openingen waardoor de geest kon ontsnappen. En om ervoor te zorgen dat de geest de weg niet naar binnen zou kunnen vinden, waren er aparte deuren waardoor alleen de overledene naar buiten werd gedragen. En was die deur er niet, dan werd desnoods de overledene door het raam naar buiten gedragen of werd er een muur uitgehakt.
Tegenwoordig gebruiken wij nog steeds voorschriften bij een uitvaart die voortkomen uit geloof, bijgeloof en angst uit vroegere tijden. De richting van de uitvaartkist bij het overbrengen in een rouwauto of bij het dragen op de begraafplaats is nog altijd met het voeteneinde naar voren. Waarom? Vroeger dacht men dat de geest alleen maar vooruit kon zien. Met de voeten vooruit zou hij nooit de weg terug kunnen vinden.