Column Robert Heukels: Euforie

Column Robert Heukels: Euforie

In de euforie kroop meteen weer de angst. Koud had Kowet een schitterende 3-0 overwinning op Fortuna geboekt of de geluiden klonken. Als de groeibriljanten nu maar niet vertrekken, laat Paul Bosvelt zijn telefoon de komende weken niet opnemen, de ploeg is weer miljoenen meer waard.

De romantiek aan gort geslagen. De werkelijke rijkdom van voetbal, ik zeg het nog maar een keer, is het schrijven van geschiedenis. En echt, ik begrijp het heus, het geld, de commercie, de hongerige zaakwaarnemers en de centjes tellende clubs, allemaal belangrijk. Maar niets weegt op tegen de magie van de gezamenlijke reis. Als opa Jakob later de plakboeken erbij pakt, God mag hopen dat het tegen die tijd nog bestaat, zal hij zijn kleinkinderen bij het knisperende vuur in een wit besneeuwd Odense vertellen over zijn eerste hattrick. De kleintjes zullen hem vragen wie die andere krullenbol is op de foto en waarom die ene speler geen lange mouwen droeg maar wel indrukwekkende sleeves. En waarom opa die buiging maakte en waarom iedereen zo blij was.

Ik bekeek op de late vrijdag nog één keer die tweede goal. Een schilderij van een doelpunt, zo’n penseelstreek waarmee meesters hun zeldzame klasse op het doek zetten. Via instagram stuurde ik in de nacht Jakob een bericht. Ik wist dat de mannen in de bus zaten, van Sittard naar Deventer, een best stukje rijden. De koptelefoons op, de telefoons in hun handen, een gelukzalige glimlach om de lippen. Ik schreef in slechts een enkel regeltje een blije tekst naar Jakob en sprak hem aan zoals ik hem vaker aanspreek, met wizzard. Hij appte een komische emoticon terug en hij schreef daarbij: Harry Potter.

Natuurlijk, ooit gaat The Wizzard weg uit de stad waar hij wonderwel thuishoort. Jakob Breum zien struinen rond Brink en Bergkwartier zet de tijd stil. Dickens, Potter en Breum smelten samen in een romantische film van het leven. Laat het nog even zo zijn. Laat Ollie heerlijk hollen, laat Joris al die prachtige passes vooruit blijven geven, laat Mats de boel bij elkaar houden, laat Evert en Enric de dagen prijzen waarop ze kilometers maken, laat niemand ons verlaten tot de reis is voltooid. Het voorjaar komt al veel te snel, de komende weken en maanden inhaleren we als het ultieme geluk dat gepaard gaat aan groei, punten, ongeloof, bewondering en vast ook nog teleurstelling, verdriet en frustratie, want voetbal is voelen, is niet alleen juichen, ook huilen.

Het geluk van Kowet is simpel. Een stel jonge mensen die samen iets wonderlijks presteren. Het is hun reis, adembenemend, en het is ontroerend hoe magisch ze de stad Deventer tot voetbalhoofdstad toveren. Laat er geen koffer gepakt worden in de tussentijd, laat er geen trein zijn waarop iemand springt, schrijf het verhaal af tot de laatste krul.    

Redactie